Na afloop van een beheerplanperiode worden de instandhoudingsdoelen en voorgenomen maatregelen geëvalueerd. Indien instandhoudingsdoelen in gevaar komen of blijven, gaan wij na of de te lage aantallen en afnames een duidelijke oorzaak hebben. Hierbij kijken wij niet alleen naar effecten van de Natura 2000-maatregelen en het beheer, maar ook naar autonome ontwikkelingen en populatietrends op een grotere schaal.