Onder de flora en fauna zal sprake zijn van winnaars en verliezers. Verdroging zal er toe leiden dat vochtige habitats als de natte zachthoutooibossen, vossenstaarthooilanden en gele plomp het moeilijk krijgen langs grote delen van de rivier. Rivierfonteinkruid profiteert bijvoorbeeld juist van klimaatverandering, net als de koninginnepage en de bijeneter.
Het spreekt voor zich dat vissen last zullen hebben van droogvallende nevenwateren, maar ook afname van de stroming, de verhoogde temperatuur en het veranderde zuurstofgehalte in het water zorgen voor problemen. Vooral de kwabaal, maar ook de rivierdonderpad en serpeling kunnen slecht tegen hoge watertemperaturen in de zomer. Amfibieën als kamsalamander, rugstreeppad en heikikker kunnen zich deels aanpassen, doordat de larven zich sneller kunnen ontwikkelen, maar komen in de problemen als hun voortplantingswateren te vroeg in het voorjaar droogvallen. Vogels kunnen in de problemen komen doordat hun broed- of foerageergebied minder geschikt raakt.
Over het algemeen hebben exoten uit alle soortgroepen een concurrentievoordeel, omdat ze doorgaans beter tegen hogere temperaturen en wisselende omstandigheden kunnen.