Onze expeditieleden hebben dit aan den lijve mogen ondervinden. De duikers doken naar drie scheepswrakken en zagen kabeljauwen, kolonies dodemansduimen (zachte koralen), grote Noordzeekrabben en -kreeften, scholen van steenbolken en horsmakrelen. Er werden zelfs twee haaieneieren en een octopus waargenomen. Ook zijn er bij alle drie de scheepswrakken paardenmosselen gevonden; deze mosselen kunnen wel twintig centimeter groot worden en riffen vormen die als woon-, schuil- en paaiplaats van vele andere soorten dienen. Zo vormen ze een fundament voor het zee-ecosysteem. Als experiment voor actieve natuurontwikkeling hebben de duikers paardenmosselen in mandjes naar een nieuwe plek verplaatst om te beoordelen hoe de mosselen zich handhaven.
In het kader van het TKI-project BENSO zijn er diverse formaten stortsteen bij een wrak gelegd. De stenen bieden een harde ondergrond en een ideale structuur voor dieren om zich aan te hechten en om tussen te schuilen, wat op een kale zandbodem niet lukt.
Het BENSO-project richt zich op de scour protection: rotsblokken die de zeebodem rondom windturbinepalen beschermen tegen erosie. Scour protection kan op een manier worden ontworpen dat diersoorten als vissen, krabben en kreeften ervan profiteren.
De uitkomsten van het experiment zullen aanknopingspunten bieden om bij de aanleg van nieuwe windmolenparken op zee maatregelen te nemen die de biodiversiteit binnen die parken een boost kunnen geven.
Lees hier het artikel over de Doggersbank expeditie op Ark natuurontwikkeling.