Restoration ecology
Monitoring and surveys

Effect van Kaumera op de erosiebestendigheid van dijken

Tijdens droogte blijkt de vegetatiebedekking en doorworteling van zandige dijken, die door Waterschap Rijn en IJssel (WRIJ) worden beheerd, sterk te verslechteren. Daardoor kan de erosiebestendigheid bij hoge waterstanden en golfoverslag in gevaar komen.
Het waterschap heeft Waardenburg Ecology en Lumbricus BV gevraagd om te onderzoeken of toedienen van de biobased grondstof Kaumera (voorheen NEO-alginaat) kan helpen om de vegetatie beter in stand te houden bij droogte of om zich sneller te herstellen na droogte.

Kaumera wordt door WRIJ gemaakt uit afvalwater van Campina-Melkunie. Uit de eerste studies is gebleken dat Kaumera een vochtbufferende en bemestende werking heeft. Men heeft daarnaast aanwijzingen gevonden dat Kaumera een biostimulant is. Daar is sprake van als het effect op de vegetatieontwikkeling groter is dan je uitsluitend op basis van de voedingsstoffen uit een product kan verwachten.

Literatuuronderzoek en potproef

In 2024 is gestart met een literatuurstudie naar de eigenschappen van Kaumera en de ervaring met andere biostimulanten en compost. Dit is nodig om een indicatie te krijgen van de toe te passen doseringen Kaumera en compost in een veldproef. Het effect van de meest kansrijk geachte doseringen wordt dit jaar gemeten in potproeven. Ter vergelijking worden in de potproef ook de effecten van een dosering organische meststof en ‘geen behandeling’ onderzocht.
Inmiddels beginnen zich in de potproeven de eerste verschillen in vegetatieontwikkeling tussen de behandelingen af te tekenen.

Selectie proefvlakken voor een veldproef en 0-metingen

Tegelijkertijd is tussen maart en september een 0-meting uitgevoerd op een zandig dijktalud langs de Oude IJssel. Daarbij zijn eerst twaalf vergelijkbare proefvlakken geselecteerd. Van de proefvlakken is vervolgens de soortensamenstelling, bedekking, hoogte, biomassaproductie en doorworteling onderzocht. Op basis van die gegevens worden de huidige erosiebestendigheid en het vegetatietype op twee manieren bepaald. Daarnaast zijn ook de opbouw, samenstelling, structuur en nutriëntgehaltes van de bodem van de proefvlakken onderzocht.

Weerstation en bodemvochtsensor

Inmiddels is op de dijk een weerstation geplaatst en is elk proefvlak voorzien van een bodemvochtsensor, zodat we kunnen volgen wanneer, hoe lang en hoe sterk er droogte op de dijk optreedt. Doordat 2024 tot dusverre zeer nat was, hebben we een goed beeld kunnen krijgen van de vegetatieontwikkeling in een situatie met nagenoeg geen droogtestress.
Een deel van de potproeven (half juli 2024)
De bodemvochtsensor (zwart kastje) is net zichtbaar tussen het gras. Verder op de achtergrond is een weerstation zichtbaar.
Het beoordelen van de doorworteling van een grasplag (maart 2024)

Vegetatieonderzoek

Anders dan andere jaren was de bedekking in de proefvlakken bovengronds vrij hoog en was de beworteling eveneens beter dan in eerdere, droge jaren is vastgesteld. Wel viel op dat de dijkvegetatie een hoog aandeel kortlevende soorten bevat, zoals zachte dravik, die weinig bijdragen aan de erosiebestendigheid. Daarnaast groeien op de dijk veel soorten van droge zandgrond, zoals schapenzuring, gewoon biggenkruid en duizendblad. Tijdens het vegetatieonderzoek bleek eveneens dat her en der gestreepte klaver en kleine pimpernel op de dijk groeien. Dit zijn landelijk zeldzame soorten, waarvan met name gestreepte klaver goed is aangepast aan droge, vrij schrale grond.

In het voorjaar van 2025 zal voor het eerst Kaumera en (eenmalig) compost worden toegediend. Vervolgens zal drie jaar lang worden onderzocht wat de effecten zijn op de vegetatie, het vocht en de nutriëntgehaltes van de bodem in de proefvlakken.