Restoration ecology
Monitoring and surveys

Kartering hoogveenontwikkeling puttencomplexen De Pelen

Met de lieslaarzen aan begonnen we in het voorjaar van 2023 met de monitoring van veenputten in De Pelen (op de grens van Noord-Brabant en Limburg). Staatsbosbeheer wil namelijk graag weten hoe het hoogveen in de Pelen zich ontwikkelt na het nemen van een reeks aan hydrologische herstelmaatregelen.

Zo heeft Staatsbosbeheer begin 2022 een damwand geslagen om het laatste oppervlak met habitattype H7110A (“Actieve hoogveen”) te beschermen en te ontwikkelen. Staatsbosbeheer wil dit bereiken vanuit het grotere oppervlak H7120 (“Herstellende hoogvenen”), welke de pioniersfase vormt voor actief hoogveen. Het verschil tussen deze twee habitattypen zit in de vorming van een acrotelm; een actief hoogveenvormende toplaag die door regenwater wordt gevoed. Deze toplaag bestaat uit bultvormende veenmossen, die in staat zijn om water vast te houden en tegelijkertijd zorgen voor de vorming van nieuw veen.

Het belang van veen

De ontwikkeling van veen is niet alleen een verplichting vanuit Natura 2000-wetgeving (Europese Habitatrichtlijn) maar ook een belangrijk proces met betrekking tot klimaatverandering en het behoud van de biodiversiteit. Zo leggen veengebieden broeikasgassen vast en vormen ze een belangrijk gebied voor unieke flora en fauna. De realiteit is echter weerbarstiger en laat zien dat een verscheidenheid aan externe factoren (verdroging, stikstofdepositie en vermesting via grond- en oppervlaktewater) grote druk uitoefent op het veen en in sommige gevallen leidt tot veenafbraak, waardoor broeikasgassen juist vrijkomen.

Uitgangspunten ontwikkeling actief hoogveen

Belangrijk voor de ontwikkeling van hoogveen is een goede waterkwaliteit en een constant (hoog) waterpeil zodat veenmossen zich kunnen handhaven. Om aan deze condities te voldoen, heeft Staatsbosbeheer in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in stuwen en dammen in Nationaal Park de Groote Peel, de Deurnsche Peel en Mariapeel. In deze gebieden is het veen in het verleden zowel handmatig als machinaal afgegraven voor de turfwinning. Als gevolg van dit historisch gebruik zijn overal veenputjes ontstaan, waar onder de juiste omstandigheden constant water in staat en veenmossen zich opnieuw kunnen ontwikkelen.
Hoogveenbult
Hoogveen landschap Deurnensche Peel
Detailfoto hoogveenbult met hoogveenveenmos

Stadia hoogveenontwikkeling

Hoogveenontwikkeling bestaat uit verschillende stadia. Het begint met de vestiging van waterveenmos (Sphagnum cuspidatum) in de natte putten en slenken. Vanuit deze pioniersfase ontstaat een dik, deinend veenmospakket, waar naast waterveenmos ook fraai veenmos (Sphagnum fallax) zijn intrede doet. De deinende mosmat vormt op haar beurt een groeiplaats voor bijzondere rodelijstsoorten zoals veenpluis (Eriophorum angustifolium), kleine veenbes (Vaccinium oxycoccus), lavendelheide (Andromeda polifolia), witte snavelbies (Rhynchospora alba), ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia) en kleine zonnedauw (Drosera intermedia). Beide stadia behoren tot het habitattype H7120 (“Herstellende hoogvenen”). Van H7110 (“Actieve hoogveen”) is pas sprake als bultvormende soorten als wrattig veenmos (Sphagnum papillosum) en hoogveenveenmos (Sphagnum magellanicum) hun intrede doen en een acrotelm vormen. Bijzonder aan deze bulten is dat ze meestal getooid zijn met een begroeiing van dwergstruiken zoals gewone dophei (Erica tetralix) en struikhei (Calluna vulgaris).
Het team vlnr: Johan Loermans, Jelmer Kasteel en Lotte Littooij.

Bevindingen en ervaring veldseizoen

Omdat de opdracht een nulmeting betreft, kunnen nog weinig conclusies worden getrokken. Wat wel zeker is, is dat Staatsbosbeheer zich de komende jaren zal blijven inzetten om de externe druk op het veengebied te verminderen; een rollende steen vergaart immers geen mos!
Ondanks de soms zware, lange velddagen met veel muggen, onweer en natte lieslaarzen, denken wij ondertussen met een warm gevoel terug aan de bijzondere tijd in het veen. Aan de mooie deinende veenmosvegetaties met lavendelheide, ronde zonnedauw en witte snavelbies. Aan het enthousiasme wanneer we een beginnende bult met wrattig veenmos of hoogveenveenmos vonden. Aan de bijzondere faunasoorten die het hoogveen rijk is, zoals het spiegeldikkopje, de levendbarende hagedis en de gladde slang! Maar ook aan de fijne samenwerking en veengesprekken met collega’s en boswachter Rick Verrijt.

Doordat er altijd in tweetallen werd gewerkt (ook voor de veiligheid) is vanuit de ervaren collega’s een hoop kennis en ervaring overgedragen aan een nieuwe generatie veenhappers, wat ook een belangrijke factor is in een duurzame instandhouding en ontwikkeling van hoogveengebieden. We willen boswachter Rick en zijn Staatsbosbeheercollega’s dan ook bedanken voor de mooie opdracht!