Restoration ecology
Monitoring and surveys

Overstromingsvlaktes onder de loep

Overstromingsvlaktes langs rivieren zijn ecologisch heel belangrijk. Ze vormen de basis van het voedselweb, omdat een groot deel van de primaire productie en de uitwisseling van voedingstoffen en sediment hier plaatsvindt. De vloedvlaktes van rivieren zijn in Nederland echter nagenoeg verdwenen door verdroging, bedijking en opslibbing van de uiterwaarden. Tijd voor herstel. Maar hoe?

Eerste meerjarige meetcampagne overstromingsvlaktes

Om te weten hoe overstromingsvlaktes het best hersteld kunnen worden, is in de eerste plaats meer kennis van het functioneren van deze overstromingvlaktes nodig. Wanneer moeten ze onderlopen, hoe lang moet dit duren en in welke periode van het jaar? Welke soorten profiteren ervan en wat zijn belangrijke sleutelfactoren voor succes? En natuurlijk: hoe kunnen we ze het beste herstellen?

Gericht veldonderzoek en metingen

Bovenstaande vragen gaan we beantwoorden in een onderzoek voor het kennisnetwerk OBN van de Vereniging voor Bos en Natuureigenaren. Waardenburg Ecology doet dit samen met Stichting Bargerveen (penvoerder), Bureau Stroming, Sovon, Kurstjens Ecologisch Adviesbureau, Henk Moller Pillot en Hydrologisch adviesbureau Klink.
In een eerdere bureaustudie heeft dit consortium al de belangrijkste bestaande kennis op een rij gezet en de meest kansrijke gebieden geïndentificeerd. De komende vier jaar gaan we deze kennis verdiepen met gericht veldonderzoek en daadwerkelijk metingen aan het leven dat losbarst in ondergelopen overstromingsvlaktes.
Klik hier voor de eerdere bureaustudie

Monitoring van vier overstromingsvlaktes

De komende jaren gaan we vier overstromingsvlaktes langs de Waal jaarlijks onderzoeken die elk jaar gecontroleerd overstromen: Buitenooy en Staartjeswaard (beide nabij Nijmegen), Nieuw Munnikenland (nabij slot Loevestein) en de polder Eijerwaard (onderdeel van de Noordwaard – Biesbosch). Op deze locaties houden we met de beheerder op verschillende manieren water vast; met sluisjes, stuwtjes, klepduikers etc. Dit gebeurt na een hoogwaterpiekje in het voorjaar, als de sneeuw uit de Alpen smelt.
We monitoren vervolgens of het water daadwerkelijk langer blijft staan én of het inderdaad tot ecologische meerwaarde leidt. Denk aan de groei van algen, macrofauna, zoöplankton en vissen. We kijken hoeveel er tot ontwikkeling komt, welke soorten dit zijn en hoe het voedselweb in elkaar zit. Ook vogels worden meegenomen om het voedselweb compleet te maken.
Om de stuurfactoren te achterhalen, meten we ook abiotische condities zoals temperatuur, doorzicht en chlorofylgehaltes.
Polder Eijerwaard (Noordwaard)
De klepduikers staan open en water wordt niet vastgehouden
De klepduikers staan dicht en water wordt vastgehouden

Uiterwaarden langs de Rijn en de Maas

Naast deze jaarlijkse metingen voeren we één intensieve meetcampagne uit in een jaar waarin zich een echt voorjaarshoogwater voordoet. Dit gaan we doen in zes ondergelopen uiterwaarden langs de Rijn en de Maas die we vooraf hebben geselecteerd. In die meetcampagne voeren we metingen uit in meerdere rondes gedurende een langere periode om goed een beeld te krijgen van de ontwikkeling in de tijd. Hierbij worden dezelfde parameters gemeten als in de jaarlijkse monitoring, alleen vaker en op meer plekken.

De resultaten zullen we gebruiken om gerichte adviezen te geven voor inrichting, beheer en herstel van overstromingsvlaktes. Er zijn verschillende uitvoeringsprogramma’s bij Rijkswaterstaat en de provincies waar deze maatregel perfect in past als het gaat om herstel van biodiversiteit, ecologische waterkwaliteit en klimaatadaptatie.