Biodiversity
Monitoring and surveys

Zeeprik paait waarschijnlijk in de Niers

Zeeprik (Petromyzon marinus) is een bijzondere soort. Deze dieren leven op zee door zich als parasiet te voeden met lichaamsappen van o.a. zalm, kabeljauwachtigen en zelfs dolfijnen.

Zeeprik verblijft in zee gedurende twee tot vier jaar om daarna het zoete water op te trekken om zich voort te planten. Zeeprik paait in maart-juni in snel stromende rivieren of beken. Na de voortplanting sterven de volwassen dieren, die een lengte hebben van circa 90 cm. De larven verblijven zo’n vijf tot zeven jaar in de bodem. Na deze periode metamorfoseren de larven tot juvenielen en migreren zij richting zee. De cyclus is daarmee rond.

Een bijzondere soort

Zeeprik is zeldzaam in Nederland en wordt voornamelijk aangetroffen in de grote rivieren, meestal via (fuik)vangsten. Het gaat daarbij meestal om volwassen dieren tijdens de paaitrek in de rivierdelta. Ook bij onderzoek aan vispassages in de Rijn en de Maas komen we geregeld zeeprik tegen. Daarnaast zijn er verschillende waarnemingen van dieren die na de paai zijn gestorven en op de rivieroevers aanspoelen.
Over het voorkomen, de verspreiding en de voortplanting in Nederland is echter heel weinig bekend. Larven of juveniele dieren worden slechts zeer sporadisch gevonden. In de Rijn zijn er bijvoorbeeld waarnemingen van slechts twee juvenielen en één larf bekend. Hoewel voortplanting in de Rijn nooit is aangetoond, bestaat wel het vermoeden dat er wordt gepaaid, door de vondst van clusters van dode adulte dieren. In het stroomgebied van de Maas was voortplanting van zeeprik tot nu toe alleen bekend uit rivier de Roer (Limburg), waar al sinds circa 15 jaar larven, juvenielen en optrekkende volwassen dieren worden aangetroffen.

In 2008 en 2020 is tijdens visonderzoek in de monding van de Niers een juveniele zeeprik aangetroffen. Omdat het stroomgebied van de Niers een populatie rivier- en beekprik herbergt en de habitateisen voor voortplanting van zeeprik deels vergelijkbaar zijn met die van rivier- en beekprik, bestaat het vermoeden dat de gevonden juvenielen mogelijk afkomstig zijn van zeeprikken die zich in de Niers hebben voortgeplant. Er zijn echter geen andere waarnemingen van zeeprik in de Niers.
Zeeprik
Boven: de in 2008 aangetroffen zeeprik. Onder: de in 2020 aangetroffen zeeprik

Environmental DNA (eDNA)-onderzoek

Om een indicatie te krijgen van de aanwezigheid en mogelijke voortplanting van zeeprik in de Niers, heeft Waterschap Limburg samen met Waardenburg Ecology een environmental DNA (eDNA)-onderzoek uitgevoerd in 2021. Het laboratoriumwerk is uitgevoerd door Datura Moleculair Solutions. Met eDNA-onderzoek kan op basis van DNA-fragmenten die een soort in het water achterlaat, de aanwezigheid van die soort worden aangetoond. Deze techniek is ideaal voor een moeilijk vindbare soort als zeeprik.
Tijdens het onderzoek zijn op drie momenten rondom de potentiële voortplantingstijd van zeeprik op vier locaties in de Niers eDNA-monsters genomen. De beste voortplantingstijd (medio juni) is ingeschat op basis van historische en recente waarnemingen van optrekkende volwassen dieren in het stroomgebied van de Maas. De eDNA-monsters in de Niers zijn genomen vóór (25 mei 2021), tijdens (14 juni 2021) en ná (29 juni 2021) deze periode. En met succes: bij alle bemonsteringen is DNA van zeeprik aangetroffen (Figuur 1).
Figuur 1
eDNA-samplelocaties Niers (1 t/m 4; zwarte cirkels). Rode cirkels: positieve detectie 25 mei 2021; Groene cirkel: positieve detectie 14 juni 2021; Oranje stip: positieve detectie 29 juni 2021.

In de periode ‘tijdens’ en ‘na’ het paaiseizoen is DNA alleen aangetroffen in de monding van de Niers (locatie 4), ter hoogte van de waarnemingen van de twee juvenielen uit 2008 en 2020. In de periode ‘voor’ het paaiseizoen is DNA aangetroffen op locatie 3 en 1. Locatie 1 ligt op de grens met Duitsland. De hoeveelheid DNA in de monsters met een positieve detectie was erg laag. Er zullen dan ook geen grote aantallen paaiende adulten in de Niers aanwezig zijn geweest.
Omdat het DNA op drie verschillende data en op meerdere locaties binnen het stroomgebied van de Niers is aangetroffen, is het wel aannemelijk dat het DNA daadwerkelijk afkomstig is van zeeprik in de Niers. Op basis van het eDNA-onderzoek is niet te bepalen van welk levensstadium van zeeprik het DNA afkomstig is en of het DNA afkomstig is uit het Nederlandse deel van de Niers.

In 2021 heeft KBTS voor RWS ook videowaarnemingen gedaan in de Maas bij stuw Lith. Begin juni zijn daar 38 migrerende zeeprikken waargenomen in de vispassage naast de stuw. Alle waarnemingen waren ’s nachts.

Waarnemingen

Het lijkt er dus op dat zeeprik paait in de Niers en mogelijk op meer plekken in het Maasstroomgebied. Het is een belangrijke soort voor het natuurbeleid, zowel voor de Kaderrichtlijn Water als voor Natura (Habitatrichtlijnsoort Bijlage 2). Er is echter nog weinig bekend over de voortplanting in Nederland, wat bescherming moeilijk maakt. Een groter onderzoek naar mogelijkheden voor een effectief herstel van de zeeprikpopulatie(s) in Nederland is dan ook een must als we verder willen komen met systeemherstel voor deze iconische gidssoort.

Hieraan werkten mee: Waardenburg Ecology (Nils van Kessel), Waterschap Limburg (Erik Binnendijk) en KBTS (Martin Kroes).