Biodiversity
Monitoring and surveys

Invloed van buitendaksisolatie en knikpan op de temperatuur onder huismusnestpannen

In de Amersfoortse wijk Leusderkwartier heeft Waardenburg Ecology afgelopen zomer de temperatuur onder huismusnestpannen op niet-gerenoveerde daken én geïsoleerde daken met knikpannen onderzocht. Ook de oriëntatie van het dak en aanwezigheid van zonnepanelen werden in het onderzoek meegenomen.

Bij grootschalige woningrenovaties worden bij veel woningen tegelijk de daken geïsoleerd. Doordat isolatiemateriaal onder de dakpannen wordt geplaatst, kunnen huismussen hun nestplaatsen onder het dak niet altijd meer bereiken. Om te zorgen dat huismussen toch onder de dakpannen kunnen broeden, kan men alternatieve nestplaatsen creëren, zoals met de huismusnestpan. Dit is een speciale dakpan met een invliegopening, zodat mussen alsnog de ruimte onder de pannen kunnen bereiken.

Klimaat onder dakpannen

Desondanks is het de vraag in hoeverre de ruimte onder het nieuwe dak geschikt is als broedplek voor huismussen, omdat het klimaat onder de dakpannen mogelijk is veranderd. Een belangrijke variabele hierin is de temperatuur onder de dakpannen. Wij hebben onderzocht wat de temperatuurverschillen zijn in de broedruimte onder een ‘oud’ (niet geïsoleerd) dak en een nieuw (geïsoleerd) dak.

Het onderzoeksgebied

In opdracht van woningcorporatie De Alliantie en Nijhuis Bouw voerden wij onderzoek uit bij 100 recent gerenoveerde woningen in de Amersfoortse wijk Leusderkwartier. Bij deze woningen is de dakvoet afgewerkt met knikpannen. Dit is de onderste rij pannen die de hoogte van het aangebrachte isolatiepakket naar de dakgoot overbruggen, zie onderstaande foto. Bij elke woning is afwisselend per dakzijde een huismusnestpan geplaatst. In dit artikel hebben we het gebruik van de huismusnestpan door huismussen eerder beschreven.
Verschil tussen gerenoveerde en niet-gerenoveerde woningen
Het dak links met isolatie en knikpan ligt hoger dan rechts.

Temperatuurmetingen

Tijdens het broedseizoen van 2022, de warmste zomer ooit gemeten, zijn de temperaturen onder het dak vastgelegd door temperatuurloggers. Deze loggers zijn begin april 2022 geplaatst onder niet-gerenoveerde daken en onder geïsoleerde daken met huismusnestpannen. Hierbij is gekozen voor spreiding over vier windrichtingen. Op de zuidoostzijde hebben we onderscheid gemaakt tussen locaties in de volle zon en locaties onder zonnepanelen (in de schaduw).
Geplaatste temperatuurloggers
onder een niet-geïsoleerd (links) en geisoleerd dak (rechts).

Resultaten van de metingen

Door woningen buitendaks te isoleren en de dakvoet af te werken met een knikpan zijn de condities onder het dak daadwerkelijk anders dan in de oude, niet-geïsoleerde situatie. Zo wordt het onder daken van gerenoveerde woningen op warme dagen onder de dakpannen ter hoogte van de huismusnestpan warmer dan bij niet-geïsoleerde woningen (zie de grafieken). Deze temperatuurverschillen zijn het grootst bij daken met een zuidoostelijke oriëntatie. Zonnepanelen op geïsoleerde daken, gericht op het zuidoosten, hebben een isolerende werking op de temperatuur; bij lage omgevingstemperaturen wordt het onder de huismusnestpan die onder zonnepanelen liggen minder koud en op warme dagen minder warm.
Max temperatuuur versus oriëntatie 2022

Hoe erg is de temperatuurstijging voor de huismus?

Bij de analyse van de meetresultaten is gekozen voor een vergelijking met een referentiewaarde van 40,5 graad Celsius, gebaseerd op literatuur. Het uitgangspunt was dat huismussen in de broedplaats boven deze referentiewaarde kunnen doodgaan. De meeste dagen met een overschrijding van de referentiewaarde zijn gemeten in de maanden juni, juli en augustus. Maar in deze periode is het eerste legsel vaak al (bijna) uitgevlogen.

Van nature kiest de huismus graag de warmste kant van het dak om te broeden. Ook bij de onderzochte geïsoleerde woningen broedden huismussen meestal op de warmste windrichting. Hoewel het onder een geïsoleerd dak warmer kan worden, kiezen huismussen er toch voor via de huismusnestpan onder de geïsoleerde daken te broeden (zie dit artikel). In dit onderzoek is het broedsucces niet onderzocht. Hierdoor is moeilijk te zeggen vanaf welke grens (referentiewaarde) een temperatuur problematisch is voor huismussen. Variatie in voorzieningen en spreiding op windrichtingen is daarom belangrijk, zolang het broedsucces onder nestpannen onduidelijk is.

Uit de onderzoeksresultaten kan niet worden vastgesteld of de knikpan, die zorgt voor minder ventilatie onder het dak, een grote bijdrage levert aan de stijging van de temperatuur. Hiervoor zouden metingen gedaan moeten worden op een geïsoleerd dak zonder knikpannen. Bovengenoemde resultaten en meer aanbevelingen zijn te vinden in het onderzoeksrapport.